Breinfabels en –mythes

Geschreven door Ria van Dinteren

‘We gebruiken maar 10% van ons brein’ is een bekende uitspraak (of ‘weetje’) waar onder meer Hollywoodfilms over zijn gemaakt, maar is het wel waar? Daar kom ik later op terug. Eerst wil ik je graag zelf aan het denken zetten over welke van de volgende stellingen volgens jou waar zijn:

  1. We gebruiken maar 10% van ons brein.
  2. We worden slimmer van luisteren naar klassieke muziek.
  3. We leren meer als we stof aangeboden krijgen in de leerstijl die bij ons past.
  4. We leren van subliminale boodschappen, denk aan het plaatje met cola in een film waardoor je meer cola drinkt in de pauze.
  5. Jongens en meisjes leren heel verschillend.
  6. Hoe groter het brein hoe slimmer.

Bij welke dacht jij ‘deze stelling is sowieso waar’? Om maar meteen met de deur in huis te vallen, en het is een beetje flauw, maar alle bovenstaande stellingen zijn niet waar. Neuromythes, ‘feiten’ die we zo vaak hebben gehoord dat we denken dat ze waar zijn. Hieronder zal ik proberen bij elke uitspraak kort toe te lichten waarom ze niet waar zijn. Mocht je behoefte hebben aan een uitgebreide wetenschappelijke toelichting dan verwijs ik je graag naar een van mijn favoriete onderwijskundige bronnen: Wijze lessen van Paul Kirshner. Gratis te downloaden als e-book.

We gebruiken maar 10% van ons brein

Het klopt dat we niet alle 84 miljard neuronen tegelijkertijd laten vuren. Dat zou echt heel vreemd aanvoelen. Maar elk deel van ons brein wordt gebruikt. Er is geen (brein)deel zonder functie. Vroeger dacht men daar heel anders over. Vandaar dat er ook stukken brein weggehaald werden bijvoorbeeld bij epilepsie, maar dat leverde uiteindelijk altijd problemen op.

We worden slimmer van luisteren naar klassieke muziek

Deze mythe is een aantal jaren geleden in een aantal kinderdagverblijven geïntroduceerd. Baby’s werden getrakteerd op klassieke muziek met als uitgangspunt dat het ze slimmer zou maken. Dat klopt dus niet. Wat wel heel goed is voor ons brein, is zelf muziek maken. Deze activiteit stimuleert de verbindingen tussen de neuronen in de hersenen.

We leren meer als we stof aangeboden krijgen in de leerstijl die bij ons past

De mythe van de leerstijlen is een hele hardnekkige, ook op scholen. Kolb, die ooit onderzoek heeft gedaan naar leercycli, ontdekte dat leren beter beklijft als we niet alleen kennis horen maar uitgaan van wat we al weten en actief reflecteren en experimenteren. Deze cyclus is relevant omdat dat ervoor zorgt dat we in ons brein meerdere ‘kapstokken’ creëren om de kennis te onthouden, echter is er geen enkel wetenschappelijk bewijs dat stof aanbieden voor verschillende leerstijlen helpend is. Voor meer hierover verwijs ik je graag naar het volgende artikel: https://www.apa.org/news/press/releases/2019/05/learning-styles-myth

We leren van subliminale boodschappen, denk aan het plaatje met cola in een film waardoor je meer cola drinkt in de pauze

Wie kent het voorbeeld niet van dat ene kleine beeldje met cola in de film. Zo klein dat je hem niet opmerkt maar dat de colaconsumptie in de pauze wel enorm stijgt. Dat blijkt een fabel te zijn verzonnen door een marketeer die daarmee zijn producten aanprees.

Jongens en meisjes leren heel verschillend

Dat is een hardnekkige mythe die vooral in de klas bewezen lijkt en ik neig er zelf ook naar om deze mythe enigszins te geloven. Maar de wetenschap geeft aan dat het niet klopt. De verschillen tussen jongens en meisjes zijn zelfs kleiner dan de verschillen tussen meisjes of jongens onderling. Individueel hebben we allemaal zo onze voorkeuren, aangeleerd of aangeboren, waar we rekening mee moeten houden. Dus leerkracht, houd vooral het individu in de gaten.

Hoe groter het brein hoe slimmer

Dit is ook niet waar, hoe groter hoe slimmer telt niet want hoe slim zou een olifant dan wel niet zijn?

De grootte van je brein is in verhouding met je lichaamslengte, dus hoe groter je bent hoe groter je brein. Het aantal verbindingen is belangrijker dan de grootte. Het schijnt zelfs zo te zijn, maar wellicht is dat ook een mythe, dat Einstein een heel klein brein had en we weten allemaal waar dat toe heeft geleid.

Zes breinfabels en -mythes die aantonen dat het belangrijk is om kritisch te blijven op wat je leest en hoort. Zeker als het aankomt op wat het beste is voor jouw leerlingen. Om af te sluiten wil ik je graag nog een tip geven over hoe je als leerkracht wel een grotere impact maakt op jouw leerlingen, een die wel wetenschappelijk is bewezen. Als leerkracht maak je een grotere impact als je gelooft in je leerlingen, als je hun talenten ziet en ze aanmoedigt om ook als het misgaat door te gaan. Deze wetenschappelijk onderzochte inzichten komen van Carol Dweck. Een tip waar je morgen in de klas al mee aan de slag kunt gaan.