Toekomstgericht onderwijs vergt nieuwe skills

Wat wil je later worden? Vroeger was die vraag simpeler te beantwoorden maar, met name door de digitale ontwikkelingen, verandert er veel. De huidige generatie leraren zal bijvoorbeeld op zo’n vraag waarschijnlijk niet geantwoord hebben: ‘influencer’, ‘vlogger’ of Youtuber’ om maar wat te noemen. De technologische ontwikkelingen hebben effecten op veel onderdelen van ons huidige leven, beroepskeuze is daar slechts één van. Maar het is wel een belangrijke, want wat als we leerlingen opleiden voor banen uit het verleden? Moeten we leerlingen in plaats daarvan niet klaarstomen voor de banen van de toekomst, banen die nu wellicht nog helemaal niet bestaan?

In onze snel ontwikkelende wereld lijkt het soms alsof het onderwijs nog te veel vasthoudt aan traditionele werkwijzen en aan een curriculum dat in feite gebaseerd is op zaken die in de toekomst wellicht van minder belang zijn. Maar wat dan? En hoe begin je het onderwijs aan te passen zodat het de leerlingen in de toekomst betere handvatten biedt? En wat zijn eigenlijk de skills die ze in de toekomst nodig zullen hebben?

21st Century Skills

Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) heeft in opdracht van het ministerie van OCW 21ste -eeuwse vaardigheden in kaart gebracht. Ze ontwikkelden een model dat de volgende onderdelen omvat:

  • Communiceren
  • Samenwerken
  • Kritisch denken
  • Creatief denken
  • Probleem oplossend denken
  • Zelfregulering
  • Sociale en culturele vaardigheden
  • Ict-basisvaardigheden
  • Informatievaardigheden
  • Computational thinking
  • Mediawijsheid

Communiceren en samenwerken is niet iets nieuws in het onderwijs, je wilt als leraar altijd dat je leerlingen op een efficiënte manier met elkaar kunnen communiceren en samenwerken. Ook binnen de bestaande methodes wordt hier aandacht aan gegeven.

Kritisch en creatief denken vergt wat meer inspanning van jou als leerkracht. De focus verschuiven van voornamelijk kennisoverdracht, naar leerlingen zelf laten nadenken over creatieve oplossingen voor (maatschappelijke) problemen. Leerlingen kritisch laten nadenken over hun mening, of die van jou, laat ze buiten hun eigen kader kijken, het maakt ze ruimdenkender en laat ze reflecteren op hun eigen denkwijzen.

Probleemoplossend denken biedt mogelijkheden voor het integreren van actualiteit in het onderwijs. Maatschappelijke vraagstukken, actuele gebeurtenissen. Hoe kijken jouw leerlingen hier tegenaan? En wat zouden zij doen om een situatie te verbeteren. Het gaat er hier niet zo zeer om of de oplossing correct is, maar meer om een denkwijze te stimuleren die gericht is op het zóeken naar oplossingen. De weg is belangrijker dan het einddoel.

Sociale en culturele vaardigheden zijn belangrijk in een cultureel diverse samenleving. Leerlingen zullen in de toekomst moeten kunnen omgaan met mensen van verschillende culturen. Het herkennen van de verschillen is stap één, er vervolgens op een goede manier mee omgaan en er waardering voor opbrengen is het uiteindelijke doel. Om waardering voor een ander te hebben, moet je eerst jezelf leren kennen, wie ben jij in deze samenleving, waar ligt jouw kracht en wie wil je zijn? Vragen waar je menige les mee kunt vullen.

Zelfregulering staat voor het zelfstandig kunnen handelen binnen een situatie en verantwoording nemen voor dat handelen. Een onderdeel is het zelfstandig leervermogen, verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces.

De laatste vier vaardigheden zijn ‘nieuwe’ vaardigheden. In de samenleving van de toekomst is het belangrijk dat mensen digitaal vaardig zijn. ICT-basisvaardigheden zijn zaken die je bijvoorbeeld in staat stellen goed om te gaan met verschillende basisprogramma’s. Informatievaardigheden gaat over het zoeken naar informatie en leren die op waarde te schatten. Het zoeken naar informatie voor een (digitaal) werkstuk bijvoorbeeld combineert deze twee eerste ‘nieuwe’ vaardigheden.

Computational thinking heeft te maken met programmeren en programmeertaal. Het is niet de bedoeling dat leraren hun leerlingen opleiden tot volleerde programmeurs, het gaat meer om de manier van denken en het zoeken naar oplossingen binnen een digitaal programma. Er zijn inmiddels verschillende methodes beschikbaar die programmeren voor (basis)scholen aanbieden.

Mediawijsheid is van belang omdat leerlingen sowieso in aanraking komen met social media. Leerlijnen mediawijsheid zetten in op het omgaan met die social media. De leerlijn mediawijsheid gaat voor een groot deel over veiligheid en omgangsvormen op het internet.

Moet alles anders?

Bovenstaande vaardigheden vergen geen nieuwe methodes of een totale ommezwaai van je onderwijs. Het vraagt misschien wel een verschuiving van je aandacht op sommige gebieden, en eventueel eigen skills die je kunt ontwikkelen. Alle leerlingen zijn anders, leraren moeten uiteindelijk bepalen welke skills, op welke niveaus, haalbaar zijn voor hun leerlingen. Maar dat is nu juist de kracht van het onderwijs, en daar verandert in feite niets aan.

Dus het hele onderwijs hoeft niet meteen op de schop, maar nadenken over veranderingen en geïnspireerd raken door mensen met innovatieve denkbeelden kan wel een groot verschil maken. De mogelijkheden zijn dankzij de nieuwe ontwikkelingen bijna eindeloos en een uitdaging voor een ieder die voor de klas staat.

Geïnteresseerd in hoe je je onderwijs toekomstbestendig kunt maken? Volg de online studiemiddag Klaar voor de toekomst!